IPM-Knaagdierbeheersing ontwikkelt zich door en bevindt zich nu in een nieuwe fase. IPM-K wordt door steeds meer bedrijven en in steeds meer sectoren toegepast (horeca, woonhuizen, agrarisch, etc.). Deze nieuwe fase roept ook nieuwe vragen op en vereist op onderdelen aanpassingen”, zegt Conno de Ruijter, directeur van het KPMB. Diverse aanpassingen zijn recent besproken in het Centraal College van Deskundigen (CCvD), waarin wordt samengewerkt tussen een groot aantal betrokken partijen.
IPM-K bij meer bedrijven en in meer sectoren
Op 19 december 2023 zijn er nieuwe versies van het Handboek 1PM Knaagdierbeheersing (HIK versie 3.0) en het Certificatieschema Knaagdierbeheersing (CIK versie 2.0) verschenen en gecommuniceerd, onder andere via de vernieuwde website www.kpmb.nl
Momenteel zijn er meer dan 300 bedrijven gecertificeerd voor het toepassen van IPM-Knaagdierbeheersing, dit is inclusief enkele tientallen agrarische bedrijven. De vereisten van IPM-K worden vaker als een voorwaarde gesteld in steeds meer aanbestedingen, bijvoorbeeld vanuit (landelijke of regionale) overheden, in verschillende certificeringsschema’s voor met name veehouders. bv. het Beter Leven Keurmerk en Integraal Keten Beheer (1KB). IPM-K gaat ook opgenomen worden in de hygiënecodes die in 2024 worden vernieuwd en gelden voor alle bedrijven die met levensmiddelen werken. Dit is een goede ontwikkeling.
Routekaart IPM-Knaagdierbeheersing
KPMB heeft een routekaart opgesteld, omdat recente ontwikkelingen nieuwe vragen oproepen die zijn gericht op verschillende onderdelen van de integrale aanpak. In de routekaart staan de activiteiten opgenomen die nu nodig worden geacht om de IPM-K aanpak door deze nieuwe fase heen te loodsen. Dit zijn activiteiten die op korte termijn te realiseren zijn, maar ook acties die een langere voorbereiding en afstemming vergen.
Verderop in dit artikel wordt nader ingegaan op de besproken voorstellen die op korte termijn kunnen plaatsvinden. Voor de langere termijn bevat de routekaart een voorstel om voor verkopers van rodenticiden een -bewijs van vakbekwaamheid distribueren- in te voeren. Hiervoor is een aanpassing van de Regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden nodig. In dit traject kan mogelijk de vereiste worden meegenomen dat bij verkoop van rodenticiden moet worden nagegaan of de klant beschikt over een geldig bedrijfscertificaat IPM-K. Een ander aspect in de routekaart is het onderbrengen van de module IPM-K bij de Raad van Accreditatie en dat het algemeen verbindend wordt verklaard door de overheid. Dit aspect kent een langere doorlooptijd
Voorstellen korte termijn
De voorstellen die op korte termijn kunnen plaatsvinden zijn besproken in het CCvD. Het stelsel IPM-K is gebaseerd op een combinatie van publieke en private voorschriften. Een goede uitvoering vraagt dan ook een goede afstemming tussen de publieke en private partijen. Voorbeelden van publieke partijen zijn: NVWA. ILT. lenW. LNV. Bureau Erkenningen, RPMV. Voorbeelden van private partijen zijn: plaagdiermanagementbedrijven, certificerende instanties, opleiders. KPMB. Zo wordt ingezet op een maximale samenwerking met een minimale overlap tussen de private audits en de publieke handhaving, iedereen heeft baat bij duidelijkheid omtrent taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de inspecteurs en auditoren. Het huidige optreden en de communicatie maakt dit onvoldoende duidelijk.
In de loop van 2023 zijn de inspecties op het gebied van IPMKnaagdierbeheersing van de NVWA en ILT geïntensiveerd. De uitkomsten van de inspecties geven op onderdelen aanleiding tot nader overleg, maar ook tot aanpassingen. Meer duidelijkheid over de samenwerking tussen enerzijds de eisen voor de bedrijfscertificering en anderzijds de eisen voor certificering van personen (lees: opleidingseisen en examen) maakt daar zeker onderdeel van uit.
Om de hiervoor genoemde samenwerking te verbeteren zijn dit jaar een aantal overleggen ingepland waarin inspecteurs en auditoren in gesprek gaan met elkaar. Dit moet meer duidelijkheid geven over elkaars manier van werken. Uitgangspunt hierbij is dat het HIK het primaire domein is voor de inspecteurs en het CIK het primaire domein voor de auditoren. Een betere afstemming van de inhoud van beide documenten kan bijdragen aan een versterking van deze samenwerking. Dit zal de komende periode plaatsvinden.
Uitvoering onaangekondigde audits
Vanaf de allereerste versie van het certificatieschema is de uitvoering van onaangekondigde audits een vereiste geweest. Het CCvD heeft destijds besloten om de uitvoering ervan ·on hold” te zetten. Hierdoor werd de drempel voor bedrijven beperkt gehouden. Vanwege de huidige fase en de inspectieresultaten wordt er nu gewerkt aan een voorstel om de uitvoering weer te hervatten, waarbij de kosten door KPMB worden gedragen. Het precieze tijdstip en manier waarop dit ingevuld gaat worden is nog niet definitief bepaald. Tijdens het geplande overleg tussen auditoren en inspecteurs zal hier ook over worden gesproken. In het CIK versie 2.0 onder punt 9.6 (steekproeven) staat de huidige uitvoering beschreven.
Ervaringen bundelen en stroomlijnen
Het is belangrijk om een goed beeld te hebben van de manier waarop de IPM-aanpak in de praktijk functioneert. Dit beeld wordt onder meer ingevuld op basis van de gehouden audits en inspecties. Daarnaast vindt het CCvD het ook belangrijk om andere concrete ervaringen van certificerende instanties en gecertificeerde bedrijven te ontvangen. Afhankelijk van het soort ervaring kan dit worden gedeeld bij een publiek meldpunt (NVWA en/of ILT) dan wel bij een privaat meldpunt.
Bijvoorbeeld als gecertificeerde bedrijven constateren dat bij klanten de voedselveiligheid in het geding is, doordat zij adviezen en/of aanbevelingen niet of onvoldoende opvolgen, dan kan het behulpzaam zijn om dit bij een publiek meldpunt te melden. Of een auditor van een certificerende instantie (Cl) constateert op een locatie (vooral in de veehouderij) onvolkomenheden in de IPM-K-aanpak, terwijl zij niet de Cl zijn van het betreffende plaagdiermanagementbedrijf. In dit geval kan het helpen om dit te melden bij KPMB. KPMB weet welke Cl dit bedrijf certificeert en die Cl dient vervolgens deze melding te betrekken bij de eerstvolgende audit. De publieke meldpunten zijn al beschikbaar via de websites van de NVWA en de ILT en KPMB zal hiervoor nog een meldpunt inrichten.
Aanpassing aantal dagdelen en overgangstermijn nascholing IPM-K Vanaf het begin af aan geldt de eis van een aanvullende scholing IPM-Knaagdierbeheersing, zoals beschreven in het Handboek IPMKnaagdierbeheersing (HIK). Inmiddels maakt IPM-K al enige tijd onderdeel uit van de BT-opleiding. Om ervoor te zorgen dat het personeel met de BT-opleiding dat werkzaam is bij een gecertificeerd bedrijf blijvend geschoold is op dit terrein, is in paragraaf 1 5 van het Certificatieschema (CIK) beschreven dat een aangepaste nascholingsbijeenkomst Is vereist. Het CCvD heeft nu bepaald dat dit 2 dagdelen omvat, wat dan ook 25 nascholingspunten van de benodigde 100 nascholingspunten oplevert die nodig zijn om elke 5 jaar het BT-pasje te verlengen. Om dit in te regelen is vastgesteld om hiervoor als startdatum officieel 1 januari 2025 aan te houden.
Landelijke communicatie gaat van start
Ook een andere lang gekoesterde wens gaat binnenkort van start, zijnde landelijke communicatie over IPM-Knaagdierbeheersing Onder regie van Milieu Centraal is een toolbox IPM-K opgesteld (zie pagina’s 46-47 voor meer informatie). Deze toolbox is in eerste instantie vooral gericht op burgers, gemeentes en ook op studenten. Als onderdeel van deze aanpak is onlangs een symposium georganiseerd voor gemeentelijke functionarissen op dit terrein.
Aanvullende informatie op website IPM2023
Aanvullende informatie over IPM-Knaagd1erbeheers1ng vindt u op www.lPM2023.nl. Zo ook een lijst met antwoorden op veel gestelde vragen, zoals: ‘Mag een persoon met een starterslicentie (LBT: leerling bestrijdingstechnicus) biociden inzetten binnen de gecertificeerde IPMaanpak?’ In aanvulling op een LBT is het voor deze persoon vereist de scholing inclusief examen IPM-Knaagdierbeheersing te hebben gevolgd, zoals voorgeschreven in het HIK.
Tot slot
KPMB en haar kwaliteitssystemen staan er goed op. In deze dynamische wereld blijven er ook zeker nog genoeg uitdagingen en genoeg aanleidingen om met elkaar het gesprek te blijven voeren. De meeste plaagdierbeheersingsbedrijven doen hun uiterste beste om alle keurmerken zo goed mogelijk uit te voeren. Steeds vaker wordt de samenwerking gezocht. Dit gaat met vallen en opstaan, maar de samenwerking tussen de grote hoeveelheid partijen wordt steeds beter en de partijen vullen elkaar steeds beter aan.